Agroforestry: op zoek naar het systeem dat bij de boer past

Agroforestry kan een belangrijke oplossing zijn voor afnemende biodiversiteit en klimaatverandering. Tegelijk is het een flinke uitdaging om het landbouwsysteem goed over het voetlicht te brengen bij alle maatschappelijke stakeholders, want agroforestry is een diffuus fenomeen. Evert Prins, zowel binnen als buiten het Louis Bolk Instituut een agroforestry-ambassadeur, weet als geen ander hoe belangrijk en uitdagend de aanleg van bomen en struiken op landbouwareaal is. ‘Wij helpen boeren om echt functioneel bomen te integreren in hun landbouwsysteem.’

Het Louis Bolk Instituut werkt al ongeveer 10 jaar aan agroforestry. De klimaatopgave heeft agroforestry de laatste jaren een flinke rugwind gegeven, waardoor veel aandacht is ontstaan voor het werk van de afgelopen jaren. Een van de zaken die het complex maken om agroforestry uit te rollen, is dat het vele verschijningsvormen kent. Dat alléén maakt het al een uitdaging, zegt Prins. ‘In de akkerbouw stellen we ons systemen voor met bomen en struiken op rijen waartussen gewassen worden geteeld, en in de pluimvee- en varkenshouderij gaat het om het functioneel en productief beplanten van uitlopen. In de melkveehouderij onderscheiden we systemen met productieve bomen op grasland, waaronder het gras gewoon gemaaid of beweid wordt, en voederbomen die hoofdzakelijk aangeplant worden ter verbetering van dierenwelzijn. Ook bepaalde vormen van voedselbossen kunnen als agroforestrysysteem worden aangemerkt. Ieder systeem heeft weer andere sterke en zwakke punten en staat voor andere uitdagingen.’

Optimale integratie

’Elke boer heeft net weer een andere beweegreden om met bomen op het bedrijf aan de slag te gaan’, legt Prins uit. ‘Neem nu voederbomen in de melkveehouderij. Die bomen en struiken hebben niet zozeer een productieve functie, maar meer een versterkende functie voor het systeem, gericht op dierengezondheid. Bomen creëren schaduw, houden dieren wat uit de wind en creëren zo een milder klimaat. Zo is dierenwelzijn, iets wat veel veehouders ontzettend belangrijk vinden, ineens een goede reden om bomen aan te planten. Daarmee wordt dan ook gewerkt aan bijvoorbeeld koolstofvastlegging en biodiversiteit.’ Wat veel veehouders ook aanspreekt is de medicinale werking van bepaalde bomen en struiken. Zo zit in de twijgen en bladeren van de wilg bijvoorbeeld het ontstekingsremmende stofje salicine, dat wij als mens decennia geleden ook gebruikten. De industrie is met dat stofje aan de slag gegaan en heeft er uiteindelijk aspirine uit ontwikkeld. Koeien weten die medicijnkast ook heel goed te vinden, bleek al uit waarnemingen van veeboeren.

De akkerbouw is wat terughoudender in het experimenteren met agroforestry. Logisch ook, zegt Prins, want in de akkerbouw wordt er met hele andere saldo’s gewerkt en kunnen de risico’s veel groter zijn. In het buitenland zijn systemen waarbij agroforestry in de akkerbouw op grote schaal wordt toegepast. Je praat dan over bomenrijen met daartussen een breed gangpad waar gewassen geteeld worden en landbouwmachines tussendoor kunnen rijden. Onder meer door teruglopende bodemkwaliteit zie je ook bij Nederlandse akkerbouwers interesse ontstaan voor dit soort systemen.

Cijfers spreken

Prins is niet alleen een warm pleitbezorger voor agroforestry maar ook bezig met eigen onderzoek. Samen met onder andere de WUR startte het Louis Bolk Instituut een Publiek-Privaat Samenwerkingsproject, waarbij een groot aantal provincies als co-financiers optreden, wat op zich al bijzonder is, zegt Prins. ‘Met het oog op mogelijke verdienmodellen voor boeren die met agroforestry willen gaan werken, gaan wij twintig bedrijfsplannen en saldoberekeningen maken. Die modellen werken we vervolgens uit zodat een andere partner, MVO Nederland, daarmee kan kijken of ketenpartijen ook kunnen bijdragen aan bijvoorbeeld het financieren van agroforestrysystemen. Dat kan gaan om de beloning van ecosysteemdiensten als koolstofvastlegging, biodiversiteit en verbetering van waterkwaliteit, maar ook om een garantie op afname van agroforestryproducten.’

Ook werkt Prins met collega’s aan het inschatten van koolstofvastlegging van agroforestrysystemen. Bijvoorbeeld door een model te ontwikkelen dat op basis van beelden van Europese satellieten snel en nauwkeurig inschattingen kan maken van bovengrondse koolstofvastlegging in bomen. ‘Overigens kijken we ook altijd hoe we agroforestry kunnen koppelen aan onze lopende onderzoekstrajecten, door bijvoorbeeld bodemmetingen, die we tóch al doen, in agroforestrysystemen te verrichten.’

Sturende rol

Het zijn voorbeelden die illustreren hoezeer het Louis Bolk Instituut richtinggevend bij alle ontwikkelingen op het gebied van agroforestry betrokken is. Behalve wetenschappelijk inhoudelijke adviezen met een heel praktisch karakter, geeft het Louis Bolk Instituut ook advies aan RVO en het Ministerie van LNV. Bijvoorbeeld over het opstellen van een nationaal netwerk agroforestry, dat eind 2021 is gelanceerd. Het Agroforestry Netwerk Nederland werd met de inzet van het Louis Bolk Instituut in korte tijd een succesvol netwerk waar tientallen organisaties samen de schouders onder hebben gezet. Het Louis Bolk Instituut staat nu binnen dit netwerk aan de lat voor het coördineren van onderzoek en het opstellen van een onderzoeksagenda.

Prins ziet ook kansen om agroforestry in te zetten in de zogenaamde gebiedsaanpak. Hierbij wordt samen met belangrijke spelers in een gebied bekeken wat de uitdagingen zijn en hoe het gebied duurzamer gemaakt kan worden. In zo’n integrale gebiedsaanpak kan onderzocht worden waar bomen en struiken het best tot hun recht komen. Bijvoorbeeld door bomen te planten langs watergangen die kwetsbaar zijn voor landbouwactiviteiten, in gebieden waar water langer vastgehouden moet worden, of waar een ecologische corridor wenselijk is. Door dan bomen te kiezen die ook een functie hebben voor het landbouwbedrijf, sla je twee vliegen in één klap.

Meer informatie

 

Geplaatst op:
15-11-2022