Eerder verschenen op nrc.nl
U onderzoekt de invloed van onze leefomgeving op onze gezondheid. Wat verstaat u onder ‘leefomgeving’?
"Het Louis Bolk Instituut, waar ik werk, gaat uit van een holistische, integrale aanpak. Leefomgeving verdelen we in drie onderdelen: fysieke invloeden, sociale invloeden en voorzieningen. Bij fysiek kun je denken aan je woning en straat, de infrastructuur en het groen in de buurt. De sociale leefomgeving gaat over hoe mensen met elkaar leven. Wonen ze alleen of in een gezin? Is er contact met buren, collega’s, vrienden, speelkameraadjes? Bij voorzieningen gaat het erom of er bij jou in de buurt een huisartsenpost is, een school, een buurthuis, et cetera.”
Welke invloed heeft onze leefomgeving op onze gezondheid?
"Dat is complex en lastig te becijferen, maar er zijn in Nederland wel gegevens beschikbaar. Er is bijvoorbeeld berekend dat Nederlanders door luchtvervuiling gemiddeld elf maanden korter leven. In delen van Brabant waar onder meer door de intensieve veehouderij de luchtkwaliteit is verslechterd door bijvoorbeeld fijnstof, zal dit nog erger zijn. De gemiddelde Brabander leeft waarschijnlijk meer dan een jaar korter ten gevolge van de luchtkwaliteit. Aan de andere kant is ook wetenschappelijk aangetoond dat een groene omgeving, met veel natuur, een positief effect heeft op de gezondheid. Frisse lucht wekt eetlust op en reguleert de nachtrust. Dat leidt tot minder hart- en vaatziektes, obesitas en diabetes en een betere weerstand. Mensen hebben dan ook minder psychische problemen en gebruiken minder medicatie. Er is wel eens uitgerekend dat twintig minuten buiten lopen gelijk staat aan een dosis ritalin (medicijn dat wordt voorgeschreven bij adhd, red.).”
U gebruikt de term ‘positieve gezondheid’? Wat verstaat u daaronder?
"Positieve gezondheid is een model dat ruim tien jaar geleden is ontwikkeld door mijn collega Machteld Huber. Het model heeft zes pijlers: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, sociaalmaatschappelijk participeren en dagelijks functioneren. En het gezondheidsmodel is dynamisch: hoe ga je om met de dingen die op je afkomen? Het draait dus ook om veerkracht en zelfregie. ‘Positieve gezondheid’ heeft een enorme vlucht genomen en veel gemeentes, de GGD en zorgorganisaties zijn ermee aan de slag gegaan. Ons onderzoek gaat over de invloed van de leefomgeving op de gezondheid in deze brede zin.”
Kunt u een voorbeeld geven?
"We doen een project op Texel. Daar is een nieuwbouwwijk aangelegd met sociale huurwoningen, tiny houses, een huis voor mensen met dementie en een zorgboerderij; de meeste koopwoningen zijn nog in aanbouw. De huurhuizen hebben een kleine tuin, maar de wijken zijn opgebouwd uit erven en bewoners kunnen samen bepalen wat er met het gemeenschappelijke groen gebeurt en of er bijvoorbeeld een moestuin, een boomgaard of een speelveldje komt. Ze bepalen dus met elkaar hun leefomgeving. Zowel dat overleg als het gebruik van het erf draagt bij aan de sociale cohesie in de buurt. Ik kom er regelmatig. Bewoners waarderen hoe groen het is en de rust en de ruimte dragen bij aan welbevinden en gezondheid.”
Hoe kun je inzichtelijk maken welke overlast mensen in hun leefomgeving ervaren?
"In Brabant hebben we met de GGD gewerkt aan een project over hinder van de intensieve veehouderij. De eerste signalen vanuit de gemeente gingen over stankoverlast. We hebben toen met alle partijen overlegd en samen met de GGD een app ontwikkeld. Via die app konden bewoners doorgeven of ze hinder ondervonden en, zo ja, wat voor soort hinder. Was het inderdaad stank of waren er bijvoorbeeld zorgen over verkeersveiligheid, geluidsoverlast of overlast door insecten? In welke mate en hoe vaak? Deze app bood een soort luisterend oor. Alleen al het aanbieden van die tool kweekt goodwill én je krijgt bruikbare informatie. De GGD weet hoeveel eenheden fijnstof er in de lucht zitten, maar de app geeft inzicht in de beleving. Hoe wordt de situatie door de mensen ervaren? Zo kom je met elkaar in gesprek. Ook bij andere omgevingsthema’s als geluidhinder of het plaatsen van windturbines kan zo’n belevings-app bijdragen aan eengoede dialoog.”
Wat kunnen we zelf doen om de leefomgeving in onze buurt of wijk positief te beïnvloeden?
"Artikel 21 van de Grondwet noemt het verbeteren van de kwaliteit van onze leefomgeving als een taak van de overheid, maar de laatste decennia schiet de overheid hierin ernstig tekort. Op grote, overkoepelende thema’s als het klimaat hebben we als burgers op onze directe omgeving weinig grip, maar dat betekent niet dat je in je eigen omgeving of wijk niet iets positiefs kunt doen. Zorg bijvoorbeeld voor voldoende groen. We hebben een project gedaan in Venserpolder, een wijk in de Amsterdamse Bijlmermeer. Er is daar veel hoogbouw in carrés, met in het midden een binnentuin. Vanwege criminaliteit werden binnentuinen afgesloten. Een aantal vrouwen uit de buurt heeft toen het initiatief genomen om er een moestuin aan te leggen. Er is zelfs een documentaire overgemaakt: ‘De vrouwen van Venserpolder’. Het gezamenlijk tuinieren leidde tot sociale bindingen tot zorg voor elkaar. Zonder die moestuin was die onderlinge zorg er niet geweest en waren ze bij een professionele zorgorganisatie terechtgekomen.”
Over Sjef Staps
Sjef Staps is als milieukundige actief op het thema Positieve Gezondheid en Leefomgeving. Zo onderzoekt hij de mogelijkheden om de gezondheid van bewoners te verbeteren door aanpassingen in de leefomgeving. Veelal gebeurt dit in een participatief proces samen met bewoners, gemeenten, wooncorporaties, GGD en/of andere betrokkenen. Dit kan zich richten op bestaande- of nieuwbouwwijken, of op verbeteringen in het landelijk gebied. We vinden steeds weer nieuwe toepassingen voor het Bolk-model voor Positieve Gezondheid en Leefomgeving en dragen zo in een grote diversiteit aan situaties bij aan een gezondere leefomgeving. Doel is een duurzame, wederkerige relatie: de omgeving zorgt goed voor de mens, en de mens zorgt goed voor zijn omgeving.