Bodembedekking en overwintering van groenbemesters

Het gemiddelde veenkoloniale bouwplan typeert zich door een intensieve teelt van zetmeelaardapelen, die vaak om het jaar op hetzelfde perceel geteeld worden. Akkerbouwers oogsten deze laat in het seizoen waardoor er weinig tijd over blijft voor het inzaaien van een groenbemester. Daarnaast zijn de veenkoloniale dalgronden gevoelig voor aaltjesproblematiek wat de inzet van groenbemesters verder bemoeilijkt. In twee projecten hebben we getest welke groenbemester(mengsels) kunnen worden ingezet in een veenkoloniaal bouwplan. 

Deelproject bodembedekking

In het deelproject bodembedekking keken we specifiek naar welke opties er zijn na een late zetmeelaardappeloogst. We onderzochten o.a. wat dit nog oplevert aan biomassaproductie, snelheid van bodembedekking, effect op aaltjes en microbiële activiteit. Ook hebben we bodemtemperatuur gemeten op verschillende dieptes om te kijken of de groenbemester het kapotvriezen van verliesknollen zal beïnvloeden. 

Deelproject groenbemesters

In het deelproject groenbemesters testten we verschillende mengsels op hun biomassaproductie – en dus de hoeveelheid organische stof die de bodem in komt - bij verschillende zaaitijdstippen. We monitorden (insecten) biodiversiteit en deden metingen aan het bodemleven zoals microbiële activiteit.  In beide projecten onderzochten we ook hoe de groenbemesters in het voorjaar kunnen worden beëindigd zonder glyfosaat toe te passen en volgen we de gewasopkomst van het volggewas.

Video's

Bekijk de video's Introductie van het project en Onderwerken van bodembedekkers.

Samenwerking en financiering

Deze projecten waren onderdeel van het overkoepelende project Innovaties Biodiversiteit Veenkoloniën, onder leiding van de Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen, Agrarisch Natuur Drenthe en de provincies Groningen en Drenthe. Dit project is gefinancierd uit het Programma voor Plattelandsontwikkeling voor Nederland (POP3).