Klei in veen; bodemmaatregelen tegen broeikasgasemissie in het veenweidegebied

2,5% van de totale Nederlandse broeikasgasemissie is afkomstig van veenafbraak1. Samen met onderzoekspartners onderzoekt het Louis Bolk Instituut of bodemmaatregelen kunnen worden toegepast om de emissie te beperken. Een van deze mogelijke maatregelen is het verrijken van het veen met klei. Dit door het aanbrengen van een kleine hoeveelheid klei die in de bodem mengt en door het binden met de veengrond mogelijk de afbraak kan reduceren.

Omgerekend naar CO2-equivalenten komt er jaarlijks ongeveer 4,7 miljoen ton aan broeikasgassen vrij uit de Nederlandse veenweidegebieden2. In 2030 moeten de veengronden 1 miljoen ton (Mton) CO2-eq. per jaar minder uitstoten, zo’n 20% minder. De bestaande ‘water’maatregelen, zoals verschillende drainage methoden en peilverhoging, kunnen niet overal toegepast worden vanwege kwel of wegzijging en de toegenomen zoetwatervraag.

Klei in veen: waar staan we?

Het onderzoek naar klei in veen is in 2018 begonnen met labproeven en in 2019 met veldexperimenten. Uit de labproeven kwam naar voren dat bij de meeste kleisoorten de toevoeging van klei de emissie van CO2 reduceerde. Wel heeft het een tijd nodig voordat het gaat werken en werken niet alle kleisoorten even goed.  In veldexperimenten werden vooral logistieke en agronomische aspecten bekeken: hoe komt de klei op het perceel, welke machine is geschikt om de klei te verspreiden, wat doet klei met de grasgroei en bodem?

Vervolgtraject VIPNL

Het labexperiment laat minder CO2-emissie zien als er klei is toegevoegd. Dat is een mooie eerste stap. Maar hoe werkt het dan precies? Binden de kleideeltjes het veen zodat er minder afbraak van veen is? Of zorgt de klei ervoor dat de bodemstructuur en porieverdeling anders wordt zodat er minder zuurstof de bodem in kan of de bodem meer water kan vasthouden. Bindt de klei de enzymen die nodig zijn voor afbraak zodat er minder veen verdwijnt. En welke klei en veen eigenschappen spelen een rol? Eigenlijk weten we het nog niet. Maar het is wel belangrijk om te weten om ook te kunnen voorspellen hoe goed klei in veen werkt. Om deze vragen en veel vragen uit de praktijk te beantwoorden is het project VIPNL Klei in Veen gestart waarmee we de diepte in gaan om de mechanismen achter de werking te onderzoeken, maar ook te kijken naar praktijktoepassing in verschillende veengebieden in Nederland.  Zo zijn er een twintigtal demovelden in Noord en West Nederland en komt er ook op drie plekken een kleipalet waarin 30 verschillende kleisoorten worden getest om vast te stellen welke kleisoort het beste werkt op welk soort veen. 

Proeftuin bodem veenweide Groote Veenpolder

Naast klei in veen worden in Friesland in de Groote Veenpolder ook andere mogelijke bodemmaatregelen getest in een net gestarte proeftuin. Daarin worden verschillende maatregelen onder de loep genomen, zoals overlagen, het ophogen van het veenpakket met klei of veen, wordt verder het gebruik van waddenslib als kleibron getest, is er een klei in veen proefveld en wordt er ook een proef gestart met profielkeren, het veen naar onder brengen en het zand onder het veen naar boven halen in ondiepe veenpakketten. In deze proeftuin wordt gekeken welke maatregelen geschikt zijn om de emissie uit de veenweidegebieden te beperken.
 

Literatuurverwijzingen

1 Emission of CO2 from agricultural peat soils in the Netherlands and ways to limit this emission
2 Veenweiden en klimaat - Mogelijkheden voor mitigatie en adaptatie

Webinars

Webinar Klei in veen januari 2023
Webinar Klei in veen mei 2021