Onderzoek naar de impact van het Europese biologische keurmerk

De Nederlandse landbouw staat voor grote opgaven rondom klimaat, natuur, waterkwaliteit en dierenwelzijn. Volgens het Actieplan - Groei van biologische productie en consumptie (2022) kan biologische landbouw in Nederland een belangrijke rol spelen in de transitie naar een duurzame en toekomstbestendige landbouw. Maar in hoeverre heeft het Europese biologische keurmerk door de inzet van biologische productiemethoden effect op bodem, water, emissies, biodiversiteit en dierenwelzijn? Het Louis Bolk Instituut zocht het uit.

Biologisch als topkeurmerk

Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is in Nederland verantwoordelijk voor de EU-verordening Biologische productie en etikettering. Beleidsmedewerkers hebben het Louis Bolk Instituut gevraagd om de impact van het Europese biologische keurmerk in Nederland te beoordelen op diverse criteria vanwege onze ruime expertise in biologische landbouw en ervaring in systeemdenken. Aanjager van dit project is Milieu Centraal, die de duurzame claims van keurmerken, waaronder het EU Biologisch, gecheckt wilde krijgen. Helderheid over de prestaties van dergelijke keurmerken is namelijk belangrijk voor consumenten van deze producten.

Naar toekomstbestendige landbouw

De Nederlandse landbouw staat voor de grote opgave om tot een duurzame en toekomstbestendige landbouw te komen. Daarin is er minder uitstoot van broeikasgassen en wordt minder gebruik gemaakt van externe inputs zoals krachtvoer, kunstmest, chemie. Vooral klimaat, natuur, waterkwaliteit en dierenwelzijn zullen hiervan profiteren, is de aanname. Een product met het Europese biologische keurmerk voldoet aan de eisen vanuit de Europese Verordening. Alle maatregelen tijdens de productie en verwerking van biologische producten moeten bijdragen aan de bescherming van het milieu en het dierenwelzijn en plattelandsontwikkeling. In het Actieplan - Groei van biologische productie en consumptie vanuit het ministerie van LVVN zijn er vijf thema’s benoemd: gezondere bodem, schoner water, minder emissies, meer biodiversiteit en beter dierenwelzijn. Aan de hand van deze indeling hebben onderzoekers van het Louis Bolk Instituut de impact van het Europese biologisch keurmerk in kaart gebracht.

Veelal positieve effecten op water, bodem, biodiversiteit en dierenwelzijn

Uit de literatuur blijkt dat de meeste maatregelen een positief effect hebben op meerdere thema’s en bovendien versterken ze elkaar geregeld. Zo bevordert gewasrotatie en het gebruik van compost en natuurlijke onkruidbestrijding (bv. schoffelen) het bodemleven en leidt dit tot meer organische stof in de bodem. De inzet van passende gewassen en gewasrotatie en het gebruik van organische mest trekt vaak ook andersoortige fauna aan, waardoor de biodiversiteit in het gebied vergroot. Ook het achterwege laten van chemisch-synthetische gewasbeschermingsmiddelen werkt positief. De maatregelen blijken eveneens belangrijk te zijn voor schoner water. Een ander gunstig effect is het feit dat biologische boeren voor dierenrassen kiezen die passen bij de lokale omstandigheden. Doordat de dieren zo veel mogelijk naar buiten gaan en een passende leefruimte binnen hebben, vertonen ze meer natuurlijk en sociaal gedrag, wat hun weerstand en gezondheid vergroot en verbetert.

Maatregelen soms contraproductief

Hoewel het afzien van chemisch-synthetische gewasbeschermingsmiddelen bijdraagt aan meer biodiversiteit, kan intensieve mechanische onkruidbestrijding (bv. schoffelen) juist ongunstig zijn voor bijvoorbeeld broedende akkervogels. Wat de vergelijking tussen biologisch en gangbaar overigens lastig maakt, is dat er meer agrarische ruimte nodig is voor de productie van biologisch dan voor gangbaar geteelde producten. De milieulast wordt namelijk doorgaans gekoppeld aan de hoeveelheid geproduceerd product per dier of hectare. Zo produceren biologische koeien vaak minder melk per koe of hectare en dan valt de berekening van de milieulast minder gunstig uit. Een groter aandeel biologische akkerbouw en melkveehouderij kan echter wel leiden tot minder broeikasgasemissies in zijn totaliteit, wat bijdraagt aan duurzaamheidsdoelstellingen.

Het rapport Impactrapportage Biologisch Keurmerk is in juni 2024 opgeleverd en vermeldt ook welke aanvullende data nodig zijn om de impact beter kwantitatief in kaart te kunnen brengen. Nieuwsgierig naar andere rapportages van het Louis Bolk Instituut? Neem een kijkje in onze publicatiedatabase