De kievit broedt niet alleen in weilanden, maar juist vaak op bouwland zoals maïsland in het veenweidegebied. De overlevingskansen van de kuikens zijn echter laag.
De provincie Zuid-Holland wil weten hoe de kuikenoverleving van kieviten op maïsland kan worden verbeterd? Om dit te onderzoeken heeft de provincie het Louis Bolk Instituut een meerjarige onderzoekssubsidie verstrekt. Hierbij wordt gekeken naar teeltmaatregelen en de rol van het omliggende landschap.
Risico’s op maisland
Veel boeren nemen maatregelen op hun percelen, zodat grutto’s, kieviten, tureluurs en scholeksters succesvol hun kuikens kunnen grootbrengen. Via subsidies, met name ANLb, worden boeren hierin ondersteund. Ondanks die inspanningen, loopt het aantal kieviten gemiddeld genomen nog terug en uit onderzoek blijkt dat met name de kuikenoverleving het grootste knelpunt is. Voedselbeschikbaarheid is hierbij een sleutelfactor. Veel kieviten kiezen maïsland als broedhabitat binnen weidevogelgebieden. Tegelijkertijd is het risico op verstoring hier groot en zijn er veel vragen over het lot van de kievitskuikens die op bouwland uit hun ei komen. Veel van deze vragen richten zich op het effect van teeltmaatregelen in mais op het bodemleven en de voedselbeschikbaarheid voor kievitskuikens. Een belangrijke vraag is of mais zonder volvelds herbicidentoepassing te telen is en wat het effect is op het bodemleven en de maisopbrengst.
In en voor de praktijk
Het doel van dit project is om toepasbare kennis te ontwikkelen ter ondersteuning van de overleving van kievitskuikens op bouwland. In de praktijk wordt onderzocht hoe met aangepaste teeltmaatregelen in mais succesvolle overleving van kievitskuikens kan worden ondersteund. Ook de rol van de omliggende percelen wordt meegenomen en het effect van de teeltmaatregelen op de opbrengst. Dit moet praktische kennis opleveren voor boeren en agrarische collectieven. Kennis die past binnen een toekomstbestendige, natuurinclusieve melkveehouderij.
Het Louis Bolk Instituut gaat tot eind 2027 met dit onderzoek aan de slag. De metingen starten in het voorjaar van 2025. Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen:
- Maisveldproef: effect van alternatieve teeltmaatregelen op bodemleven en ruwvoeropbrengst.
- Effect van herbiciden (gebruikelijk in maisteelt) en andere bestrijdingsmiddelen (vanuit de mest) op het bodemleven.
- Onderzoek aan kievitgezinnen en kuikenoverleving op maisland onder verschillende veldomstandigheden via o.a. zenderen van kieviten: combinaties van biotoop op maisland en de omgeving (in samenwerking met Sovon).
Gedurende het project vindt afstemming plaats met diverse partijen, waaronder de agrarische collectieven van BoerenNatuur Zuid-Holland en het kernteam Actieplan Boerenlandvogels Zuid-Holland van de provincie.
Wet- en regelgeving vormen belangrijke kaders voor de vertaling naar de praktijk. Die is volop in beweging en waar nodig worden keuzes in het onderzoek hierop afgestemd.
Het onderzoek vindt plaats in de provincie Zuid-Holland, maar de verwachting is dat de resultaten ook voor andere kievitleefgebieden relevante kennis oplevert.
Via deze website delen we de resultaten van het onderzoek.