Voedseleducatie in het speciaal onderwijs

Omdat ook voor eetgewoonten 'jong geleerd is oud gedaan' geldt, zijn jonge kinderen een belangrijke doelgroep voor het aanleren van een gezond eetpatroon. De school is een ideale setting voor het stimuleren van gezond en duurzaam eetgedrag bij kinderen. Het is een omgeving waar kinderen met alle achtergronden een aanzienlijke hoeveelheid tijd per week doorbrengen en kennis, vaardigheden en gunstig gedrag aanleren. Het aanleren van gezond en duurzaam eetgedrag is extra van belang voor leerlingen in speciaal onderwijs (SO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO).

Voedseleducatie wordt steeds vaker ingezet in het reguliere basisonderwijs. Er zijn echter nog weinig voedseleducatieprogramma’s beschikbaar voor het speciaal onderwijs zoals het SBO, SO en VSO.

In dit project brachten we samen met docenten en schoolbesturen uit het (V)SO én lespakketontwikkelaars in kaart welke aanpassingen er aan bestaande voedseleducatieprogramma’s gedaan moeten worden om passend, geschikt en makkelijker inzetbaar te zijn in het (V)SO (zie ook het rapport Behoeftepeiling voedseleducatie in het speciaal (basis)onderwijs). Aan de hand van deze inzichten zijn lesmaterialen aangepast en uitgetest in het (V)SO op inzetbaarheid en ervaren impact. 

Resultaten van de inventarisatie: Visueel, actief, structuur en herhaling

Als eerste onderdeel zijn er in totaal 18 interviews gehouden met 6 leerkrachten uit het SO, 4 leerkrachten uit het VSO, 4 lespakketontwikkelaars en 4 experts op het gebied van het (V)SO om inzicht te krijgen in welke aanpassingen er aan bestaande voedseleducatieprogramma’s gedaan moeten worden om passend, geschikt en gemakkelijker inzetbaar te zijn in het (V)SO. In de interviews kwam naar voren dat er zowel aan de vorm als aan de inhoud aanpassingen nodig zijn. Leerlingen in het (V)SO vormen een diverse groep met specifieke aandachtspunten waardoor er niet een eenduidige oplossing is, maar er zijn wel een aantal adviezen die in het algemeen voor deze groep leerlingen geldt. Waaronder: 

  • Een visuele en actieve aanpak lijkt de sleutel tot succes. Theorie combineren met actief bezig gaan met het onderwerp is een must. 
  • De voedseleducatielessen hoeven geen grote onderwerpen te mijden, maar moeten wel een eenvoudig doel kennen. 
  • De vormgeving mag simpel en strak zijn. 
  • Video’s vormen een belangrijke toevoeging aan lessen en worden vaak gebruikt. 
  • Leerkrachten geven aan het belangrijk te vinden dat de lessen een vaste opbouw hebben: herhaling van de vorige les, een stukje theorie en vervolgens het toepassen zijn de vaste elementen. 
  • Volgens leerkrachten moet het niet blijven bij een eenmalige les, maar moet de lesstof regelmatig terugkomen. Zo beklijft het beter bij leerlingen.

Als vervolg op deze inventarisatie zijn er in dit project samen met de betrokken partners, Steunpunt Smaaklessen & EU-schoolfruit, het Voedingscentrum, Stichting Special Heroes Nederland en Rijksprogramma Jong Leren Eten, aanpassingen gedaan aan 1-2 lessen van twee bestaande lespakketten: Smaaklessen voor het basisonderwijs en ‘Weet wat je eet’ voor het voortgezet onderwijs. Met het doel dat deze vrij verkrijgbare pakketten geschikt(er) worden voor het (voortgezet) speciaal onderwijs. 

Wil je meer lezen over de inventarisatie? Lees dan het gehele rapport.

Resultaten: aangepast lesmateriaal goed uitvoerbaar in het (V)SO

De aangepaste lessen werden tijdens een pilot eind 2023 op 15 SO- en VSO-scholen uitgetest, waarbij 21 leerkrachten een vragenlijst hebben ingevuld en 13 leerkrachten zijn geïnterviewd. De resultaten van de pilot laten zien dat de leerkrachten de lessen over het algemeen goed uitvoerbaar vonden. De meeste leerkrachten vonden het leuk om de les te geven (95%) en waren positief over de les (86%). Ook vonden de meesten dat de juiste onderwerpen werden behandeld en dat de les aansloot bij de belevingswereld van de leerlingen. Daarbij vonden nagenoeg alle leerkrachten dat er voldoende ondersteuning bijgeleverd was om de les gemakkelijk in te zetten. Twee derde vond het nog wel zoeken voor welke doelgroep het materiaal bedoeld is en 29% van de leerkrachten was neutraal of negatief over de lengte van de les. Als verbeterpunten werd de wens voor meer afwisseling via afbeeldingen en video’s genoemd, zoals met extra filmpjes over de Schijf van Vijf en spijsvertering. Driekwart van de leerkrachten (76%) gaf aan het lesmateriaal vaker te willen inzetten. De overige 24% wilde ook vaker gebruikmaken van het lesmateriaal, maar onder bepaalde voorwaarden zoals een aanpassingen aan de handleiding, een goed functionerende digitale omgeving en meer aanpassing van het lesmateriaal naar de doelgroep toe. Aangezien er onder de leerkrachten een voortdurende interesse is in voedselgerelateerde onderwerpen, werd aangegeven dat meer lessen welkom zijn.

De resultaten van de pilot laten zien dat met het aanpassen van lesmateriaal een veelbelovende eerste stap is gezet in de ontwikkeling van geschikt voedseleducatiemateriaal voor het (V)SO. Voor de toekomst biedt uitbreiding en opschaling van de lesmaterialen een waardevolle kans om voedseleducatie binnen het (V)SO verder te versterken.

Wil je zelf aan de slag met het lesmateriaal? Het aangepaste lesmateriaal van Smaaklessen en Weet wat je eet is en blijft gratis beschikbaar voor gebruik. Wil jij er ook mee aan de slag in het (voortgezet) speciaal onderwijs, ga dan naar Smaaklessen voor speciaal onderwijs en Weet wat je eet

 Wil je meer lezen over het onderzoek? Lees dan het gehele rapport of bekijk de factsheet.

Behoeftepeiling voedseleducatie in het speciaal onderwijs

Docenten van het (V)SO zien het nut in van het bieden van een gezonde en duurzame voedselomgeving en voedseleducatie op school, zo blijkt uit de behoeftepeiling en expertmeeting die het Louis Bolk Instituut in samenwerking met Stichting Special Heroes, Jong Leren Eten en Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) heeft gehouden in 2021. Maar ze geven aan dat de meeste beschikbare voedseleducatieprogramma’s (nog) niet aansluiten op de belevingswereld en mogelijkheden van leerlingen op het (V)SO. Tegelijkertijd blijkt uit de peiling dat 97% van de (V)SO-scholen beschikt over kookfaciliteiten en 46% van de scholen een moestuin heeft, wat veel kansen biedt voor het inzetten van effectief gebleken ervaringsgerichte voedseleducatie. Ook wordt er gebruik gemaakt van bestaande programma’s die ontwikkeld zijn voor het reguliere onderwijs zoals Smaaklessen, EU-Schoolfruit en Weet wat je eet. Docenten geven aan dat er nu veel aanpassingswerk nodig is aan bijvoorbeeld vorm en niveau om dit te kunnen gebruiken in het (V)SO. Deze tijd kan ten koste gaan van hun primaire taak, het onderwijzen van de leerlingen, of komt bovenop hun al volle schema.

Lees hier de resultaten van de behoeftepeiling.

Samenwerkingspartners

Dit project werd gefinancierd door het Ministerie van LNV. Het project werd uitgevoerd in samenwerking met Stichting Special Heroes Nederland, het Voedingscentrum, Steunpunt Smaaklessen & EU-schoolfruit (WUR) en Rijksprogramma Jong Leren Eten. Ook was er een klankbordgroep opgericht met afgevaardigden van partijen die ervaring hebben met (voedseleducatie in) het speciaal onderwijs, zoals voorgenoemde organisaties, Gezonde School, Sectorraad Gespecialiseerd Onderwijs, Jongeren op gezond gewicht (JOGG), docenten en lespakketeigenaren met ervaring in het speciaal onderwijs. Dit project liep tot maart 2024.