Attitudes toward Complementary and Alternative Medicine: A National Survey among Paediatricians in the Netherlands

A.M. Vlieger, Marja van Vliet, Miek C. Jong. 2010. Attitudes toward Complementary and Alternative Medicine: A National Survey among Paediatricians in the Netherlands. European Journal of Pediatrics. Online First, 26 October, 2010.
Taal/language: Engels
Abstract / summary in English:

The purpose of the present survey was to assess attitudes, beliefs, experience, referral patterns and desire for education regarding complementary and alternative medicine (CAM) therapies of paediatricians in the Netherlands. In 2009, the link to an anonymous, self-reporting, 30-item web-based questionnaire was mailed to all members of the Dutch Association of Paediatrics. The questionnaire included questions about demographics and practice characteristics, use of CAM by the paediatrician and/or his family, attitudes towards and knowledge of CAM, and inquiries about CAM use in their practice. A total of 343 (24%) paediatricians responded to the survey: 39% had used some kind of CAM therapy themselves during the past 2 years, of which supplements (64%) and herbal and/or homeopathic remedies (30%) were most frequently mentioned. The majority of the paediatricians (62%) seldom asked parents of patients about CAM use. Referrals to CAM doctors were made by approximately 30% of the paediatricians. In general, more than 50% of the surveyed paediatricians had little knowledge of CAM therapies. Predictors for a positive attitude towards CAM were own CAM use (p < 0.0001), age >45 years (p = 0.02) and perceived knowledge level of CAM (p  < 0.005). In conclusion, a significant group of Dutch paediatricians has a positive attitude towards CAM and refers patients to CAM therapies. The majority of paediatricians, however, do not ask patients about CAM use and seem to lack sufficient knowledge on CAM.

Keywords in English: Complementary medicine, Alternative medicine, Attitude paediatricians
Tweede taal / secondary language Nederlands
Abstract / samenvatting in Nederlands:

Het doel van het onderzoek was om vast te stellen wat de standpunten, meningen, ervaringen en verwijspatronen van Nederlandse kinderartsen zijn ten aanzien van complementaire en alternatieve geneeswijzen (CAM), en welke wensen er bij hen bestaan voor opleidingen op dit gebied. In 2009 hebben alle leden van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde een link ontvangen naar een anonieme internetenquête van 30 vragen. De enquête bevatte vragen over de demografische gegevens van de kinderartsen en kenmerken van hun praktijk, het eigen gebruik van CAM door de artsen en hun gezinnen, hun opvattingen over en kennis van CAM, en de toepassing van CAM in hun praktijk. In totaal hebben 343 kinderartsen (24%) de vragenlijst ingevuld. Van hen had 39% zelf in de afgelopen 2 jaar enige vorm van CAM gebruikt; hierbij werden supplementen (64%) en kruidengeneesmiddelen en/of homeopathische geneesmiddelen (30%) het vaakst genoemd. Een meerderheid van de kinderartsen (62%) vraagt zelden aan ouders of patiënten of ze CAM gebruiken. Ongeveer 30% van de kinderartsen verwijst patiënten door naar CAM-artsen. Verder zei meer dan 50% van de deelnemende artsen weinig kennis te hebben van CAM behandelwijzen. Voorspellende factoren voor een positieve houding ten opzichte van CAM waren het eigen gebruik van CAM (p<0.0001), een leeftijd ouder dan 45 jaar (p=0.02), en eigen kennis van CAM (p<0.005). Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat een significante groep Nederlandse kinderartsen een positieve houding heeft ten aanzien van CAM, en patiënten doorverwijst naar CAM behandelmethoden. Een meerderheid van de kinderartsen vraagt echter niet aan patiënten of ze CAM gebruiken, en lijken onvoldoende kennis te hebben van CAM.

Trefwoorden in Nederlands: Complementaire geneeswijzen; alternatieve geneeswijzen; houding van kinderartsen