Lupine is gevoelig voor bodemschimmels (vroege uitval) en zaadoverdraagbare ziekten (problemen later in seizoen). Preventie: goede voorvrucht, ruime vruchtwisseling en gezond zaaizaad. De belangrijkste kiemziekten zijn: Pleiochaeta wortelrot, Rhizoctonia en Pythium. Blad- en stengelziekten: Anthracnose, Bruinevlekkenziekte, Rattenkeutelziekte, Phytoophthora wortelrot, Fusarium wortelrot en Botrytis. Verder komen enkele virussen voor die vooral worden veroorzaakt door geïnfecteerd zaaizaad. Als belangrijkste plagen worden Bonenvlieg, en wild- en vogelvraat behandeld. Het aantal gewasbeschermingsmiddelen dat is toegelaten is beperkt.
Meer informatie is te vinden in de Teelthandleiding Lupine
Deze factsheet is onderdeel van het SABE-project ‘kennisdelen lupineteelt voor humane consumptie’ in opdracht van en in samenwerking met Proeflab Wageningen en Lekker Lupine. Mede mogelijk gemaakt door het ministerie van LNV en de EU.
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland
Projectpartner:
www.lekkerlupine.nl